Milieu
Het label geeft aan dat de producten afkomstig zijn uit geïntegreerde landbouw. Daarnaast moeten bodemerosie, watervervuiling en verlies van bodemvruchtbaarheid vermeden worden.
Als de plantage wordt uitgebreid, moet daaraan een impactanalyse voorafgaan. Primair bos of bossen met een hoge biodiversiteit kappen, is verboden. Het gebruik van brandbouw is enkel in specifieke situaties toegelaten. Indien er met uitsterven bedreigde diersoorten voorkomen op de plantage, moeten deze beschermd worden.
Er moeten plannen worden gemaakt om het energieverbruik te optimaliseren en de impact van de werking (inclusief afvalproductie) op het leefmilieu zo klein mogelijk te maken. De plannen moeten worden opgevolgd en er moet gestreefd worden naar continue verbetering.
Sociaal
Het label legt een reeks sociale criteria op die gebaseerd zijn op de ILO-conventies. Enkele van die criteria zijn het verbod op dwangarbeid of gebonden arbeid, de plicht tot vakbondsvrijheid, het gegarandeerd minimumloon volgens lokale standaarden, het recht op collectief overleg en het verbod op kinderarbeid en discriminatie. Een veiligheids- en gezondheidsplan is aanwezig en de medewerkers worden voldoende opgeleid om hun taken uit te voeren.
De landrechten op de plantage moeten worden aangetoond en/of de eigenaars moeten expliciet toestemming hebben gegeven om palmolie te verbouwen.
Er wordt een langetermijnstrategie opgemaakt gericht op financiële en economische leefbaarheid.
Er wordt transparantie geboden over de werking: sociale- en milieu-impactanalyses, veiligheids- en preventieplannen en documenten met betrekking tot de landrechten worden vrijgegeven. Er zijn transparante procedures (inclusief voor klachten) om de negatieve impact van de plantage te bespreken met de stakeholders.
De lokale wetgeving moet gerespecteerd worden.